direct contact

De helende kracht van een hondenpoot

 

Met de loopbaanvergoeding van de Ouder- en Kindteams Amsterdam volgde Ine samen met haar hond Roef een coachopleiding, Roef is een ‘lief Bulgaars allegaartje’: hij lijkt een beetje op een herdershond, een hazewind én een labrador. De Ouder- en Kindteamlocatie op de Lindengracht ontvangt nu één keer per maand deze kwispelende co-coach, om mee te helpen bij het begeleiden van gezinnen. Ine vertelt over een ontroerende sessie met de negenjarige Liam* die zijn vader verloor, Liams moeder en Roef.

 

‘Sinds Liams papa overleed, zeult de jongen minstens 200 kilo verdriet met zich mee. Als hij heel hard huilt, voelt de rouw als wel 500 kilo. Dus huilen doet hij liever niet, zeldzame tranen die over zijn smalle gezichte rollen, verbergt hij liever achter zijn bril en een gordijn van lange haren. Dit weggedrukte verdriet vertaalt zich in onrust. Liam is slim, druk en snel afgeleid, thuis en op school. Roef en ik mogen Liam helpen om met zijn gevoelens leren om te gaan. We helpen hem om de muurtjes om zijn hart voorzichtig af te breken en proberen ook de zware last van het verdriet te verdelen en zo draaglijker te maken.

 

In de ruimte spiegelde Roef de onrust van Liam. Roef pakte een bal op, maar liet die weer vallen en wilde toen weer wat anders, ook Liam liep over en weer in de kamer, naar zijn moeder en weer weg. Liams moeder zat bij me aan tafel. Toen ik vroeg hoe het ging sinds haar man overleden was, ging Liam achter zijn moeder op de grond zitten en schoot hij dichter bij Roef, die al even rustig op de grond lag. Hij begon haar te aaien en Roef legde haar kopje in zijn schoot. Ik zag Liams schouders zakken. Hij ontspande en het verdriet kreeg ruimte. Ik vertelde zijn mama dat we Liam even mochten helpen dragen.

 

We draaiden ons van de tafel weg, naar Liam toe. Ik hurkte achter hem en legde mijn hand op zijn onderrug, als steun. Liams moeder ging voor haar zoon zitten en opende haar armen. Hard huilend en schokkend kroop Liam op haar schoot. Roef ging een eindje verderop liggen, met Liam in haar blikveld. Ze tilde haar kopje bezorgd op van zodra de ademhaling van de jongen paniekerig klonk. Dit benoemde ik. Liam keek naar Roef en draaide zich naar haar toe. Hij greep haar voorpoten en legde de andere hand op haar hart. Toen gebaarde hij naar zijn moeder en vroeg haar om achter hem te komen liggen. Ik bood haar kussens aan, maar die wilde ze niet. Ze deed wat haar zoon haar vroeg.

 

Roef legde een poot op de arm van Liam en de andere poot op moeders arm. Liams hand bleef op Roefs grote hondenhart liggen. Zo lag Liam rustig in de armen van zijn moeder, met Roef erbij, en zijn verdriet.’
*De naam van de jongen is gefingeerd