direct contact

 

Tien jaar geleden stond Nafiye Heima aan de wieg van iets nieuws. Als ouder- en kindadviseur maakte ze deel uit van de proeftuin die later zou uitgroeien tot Ouder- en Kindteams Amsterdam.

 

Ze herinnert zich die beginperiode nog goed: “We begonnen met een klein team vanuit verschillende organisaties. Er was geen vaste methodiek, geen structuur, alleen de wens om gezinnen beter te helpen door samen te werken. We deden alles zelf: van casussen oppakken tot het bouwen van netwerken in de wijk.”

 

In de pilotfase werd geëxperimenteerd met samenwerking tussen onder meer maatschappelijk werkers, jeugdpsychologen en huisartsen. “We gingen persoonlijk langs bij huisartspraktijken, maakten afspraken en bouwden relaties op. Dat gaf zo’n goede basis. Die korte lijnen maakten echt het verschil. In sommige wijken lukt dat nog steeds, in andere is het lastiger. Maar de kracht van live contact is nooit verdwenen.”

 

Van pionieren naar professionaliseren
De overgang van losse initiatieven naar een officiële organisatie bracht grote veranderingen met zich mee. “In het begin had je vrijheid. We werkten vanuit enthousiasme en wat nodig was in de wijk. Maar gaandeweg kwamen er steeds meer regels, processen en functies bij. Dat was soms wennen.”

 

Toch kijkt Nafiye met trots terug op die turbulente jaren. “We hebben met elkaar OKT vormgegeven. We ontwikkelden werkwijzen, methodieken en stemden af wat werkte en wat niet. De organisatie is volwassen geworden. Maar dat vrije, ondernemende uit de begintijd? Dat zou ik graag vasthouden.”

 

Verankerd in de wijk
Wat voor Nafiye altijd centraal heeft gestaan, is het werken in en met de wijk. “Ik zat op scholen, kende de intern begeleiders, de kinderen en de ouders. Dan bouw je een band op en weet men je te vinden. Dat is onmisbaar. Op scholen waar ik tijdelijk geen plek had, zag je direct dat het contact minder werd.”

 

Ze vertelt over samenwerkingen die haar zijn bijgebleven: met huisartsen, sociaal werkers, vrouwenorganisaties en jongerenwerkers. “In Nieuw-West zetten we met IMD en DOCK een meidengroep op. We begonnen met samen sporten, gevolgd door gesprekken over verschillende thema’s. We verzamelden kleding en organiseerden evenementen. Allemaal om de verbinding met de wijk te versterken.

 

Doen wat nodig is
Nafiye’s werk is meer dan protocollen of methodieken. Ze noemt het verhaal van een vader, die na het overlijden van de moeder, met zijn kinderen in een leeg huis terechtkwam. “Er was niks. Ik regelde geld via de gemeente, huurde een busje, ging met mijn gezin naar IKEA en hebben samen het huis ingericht. Dat is voor mij de essentie van het werk. Niet van negen tot vijf, maar er zijn voor mensen. Doen wat nodig is.”

 

Een ander voorbeeld is het meisje van tien met een hartafwijking dat plotseling in het ziekenhuis werd opgenomen. “Het meisje had geen zorgverzekering. Er was paniek. Binnen een paar dagen regelde ik die alsnog. Helaas overleed ze. Maar omdat ik er was, konden we op school rouwverwerking opstarten, een ceremonie organiseren en de ouders ondersteunen. Zo’n moment raakt je, het herinnert je eraan waarom we dit werk doen.”

 

De toekomst
Nafiye is duidelijk over wat zij belangrijk vindt voor de toekomst: “Blijf luisteren naar medewerkers, betrek hen bij veranderingen. Kijk wat werkt, en bouw daarop voort in plaats van steeds opnieuw te beginnen. En voor nieuwe collega’s wil ik zeggen: werk niet alleen vanuit regels of protocollen. Sta naast ouders en kinderen, gebruik je hoofd en je hart. Dan doe je altijd het juiste.”

 

Wat Nafiye hoopt voor de komende 10 jaar? Dat we blijven investeren in preventie. “Daar zit de kracht. Daar kun je echt het verschil maken.’’ Tien jaar OKT is voor Nafiye een reis van pionieren, bouwen, botsen en blijven. Maar bovenal: betrokken zijn bij kinderen, jongeren en ouders, op de momenten dat het er het meest toe doet, dat is waar het om draait.